Marseiile, een plek voor veel mensen met niet zoveel geld
France / 2010 / Photographs and article on blog Research trip Fonds BKVB
Article in Dutch only
Op weg naar Manchester, vliegend via Frankfurt, heb ik tijd om te mijmeren en te reflecteren over de stad die we net verlaten hebben: Marseille. Een stad die ik nooit eerder bezocht, die al een tijd op mijn lijstje stond, waar ik over gelezen en gefantaseerd had. Uitspraken van mensen die we er ontmoetten in de afgelopen drie dagen waren blijven hangen: "het is Europa, maar niet Europees" - "het is een arme stad" - "een doorgangsplek" - "er heerst 30% werkloosheid". Uitspraken als "we willen zonder Parijs" maar ook: "we willen bij Europa horen" - "het is kosmopolitisch" - "we zijn piraten" - "een havenstad met 100% immigranten" - "...en we spreken Frans".
"La grande blonde cogne", Marseillaans dialect voor "Le soleil tape", oftewel: de zon brandt. We zijn op de Rue de la République in het centrum. De Rue is een straat van formaat tussen de wijken Le Panier en Belsunce, en deel van het ambitieuze stadsvernieuwingsproject Euromediterranée I. We lopen er met fotograaf en activist Martine Derain die om de hoek werkt en woont. Haar artistieke werk is nauw verweven met haar activistische werk voor het project 'Centre ville pour tous'. Deze groep is opgericht omdat het gros van de panden op de Rue werd opgekocht door resp. Danone, een Franse investeerder, het Amerikaanse bedrijf Lone Star ("a nice enemy"), en de Lehmann Brothers. Deze bedrijven hadden geen oog voor de oorspronkelijke bevolking. De gemeente ook niet: "Zij wil een nieuw centrum zonder de bewoners van Marseille", zegt Martine. Dit hebben we eerder gehoord de afgelopen dagen: het lijkt alsof de ontwikkelaars achter Euromediterranée met de schone lei willen verdergaan en een stad zonder historische diepgang willen presenteren aan de bezoekers van Marseille-Provence 2013, als Marseille en omgeving Culturele Hoofdstad van Europa is.
Martine Derain legde de situatie vast in verstilde foto's van interieurs van lege appartementen en zette zich daarnaast in voor de goede zaak: "Ik hou van Marseille want dit is een plek voor iedereen. Ik wil dat dat blijft en ik wil dat de kwaliteit van leven er voor de bewoners toeneemt". Martine informeerde de mensen over de consequenties van brieven die zij kregen van het Amerikaanse bedrijf Lone Star over uitzetting en dat zij daar niet alleen in stonden. Ze ging na of de bewoners bereid waren tot het uiterste te gaan: een rechtszaak aanspannen. De krachtmeting tussen de grote reuzen, bijgestaan door de politie, en 'Centre ville pour tous' leidde tot een aantal overwinningen voor de laatste: geen uitzettingen van bewoners en dezelfde huur bij terugkeer na renovatie. Martine vertelt ook dat de arme mensen van Marseille van oudsher niet in de banlieues, de buitenwijken, wonen maar in het centrum. En dat het in Marseille relatief kalm bleef toen in 2005 in de banlieues van Parijs, Lyon en andere Franse steden rellen uit de hand liepen. Ze verklaart dit verschil verder: "Iederéén is arm in Marseille; het is er niet zo verdeeld als in die andere steden. Daarnaast is er, omdat de werkloosheid hoog is, een economie gebaseerd op drugs, en het is niet goed voor de business als er rellen zijn. Voilá!"