Artist-in-residence in een Arabisch land (Artist-in-residence in an Arabic country)
2009
By Su Tomesen
Published in BK-info 2009-5, a Dutch magazine for visual artists

Van december 2008 tot en met februari 2009 woonde en werkte beeldend kunstenaar Su Tomesen vanuit de hoofdstad van Jordanië, Amman. Ze was er de Nederlandse artist-in-residence bij de kunstenruimte voor hedendaagse kunst Makan House via het Fonds BKVB.

Het past bij mijn werkwijze dat ik vooraf niet een concreet projectvoorstel bij Makan House had ingediend. Eerst laat ik een plaats of situatie op me inwerken en daar vloeit vervolgens werk uit voort. Dit was voor Ola Khalidi, de directrice van Makan, één van de redenen om mij uit te nodigen voor de residence. De eerste maand van mijn tijd in Amman besteedde ik aan research en ik startte de blog http://www.fotolog.com/ontheroadwith.
Ik las boeken over de regio en legde contacten met locale kunstenaars. Ik ontdekte stad door te lopen-lopen-lopen en te praten-praten-praten met mensen, in het Engels of basic Arabisch. Een paar keer werd me gevraagd of ik christelijk was, altijd door christenen, viel me op. Ik legde de heuvels, mensen en architectuur van Amman vast op foto’s en bezocht diverse musea en tentoonstellingen. De expositie van Mona Hatoum in Darat Al Funun, een museum halverwege mijn appartement en Makan, was een inspiratie voor de opzet van mijn eindtentoonstelling in februari: een solo in verschillende ruimtes met werken over één thema.
Het valt in Amman al snel op hoeveel mensen Palestijnse roots hebben en hoe aanwezig daardoor het begrip 'Palestine' is. Een ander woord om het beladen grondgebied aan te duiden is ‘there’. Het woord Israël gebruikte ik al snel niet meer; dat was me afgeraden: "Every time you use that word it feels you acknowledge it". Ik hoorde uitspraken over Israëli's die niet misselijk waren en ik dacht: "But I’m from the land of Anne Frank!" Een prachtige titel voor een werk... maar ik heb het daar niet gemaakt.
Eind december reisde ik twee weken van Jordanië naar Syrië en Libanon en terug. De drie landen zijn stuk voor stuk one of a kind. Jordanië kent een gevarieerd landschap ondanks de grote delen woestijn; het heeft bergen en prachtige oorden zoals Petra, je kunt snorkelen en duiken in de Rode Zee en drijven in de Dode Zee. Portretten van koning Abdullah II en zijn familie zijn overal aanwezig in de openbare ruimte. In Syrië zijn het de portretten van vader en zoon Assad die de gevels en lantaarnpalen sieren. Verder ontwaar je in de moderne architectuur en infrastructuur een Sovjet-invloed vanwege liaisons van weleer. Libanon is een ratjetoe. Overal hangen posters van dode en levende politici, die de 17 (!) verschillende religieuze partijen representeren, in een setting van wegversperringen en tanks.
In deze tijd begon Israël met het bombarderen van Hamas-posities in Gaza. De spanningen die een gevolg waren van die oorlog waren voelbaar: er waren demonstraties in Beiroet en Damascus en mensen spraken over niets anders.
Ik keerde terug naar Amman en de stad voelde als thuis ondanks de koude winter. Ook in Jordanië zijn de winters koud: het land heeft een landklimaat en de woestijn begint aan de rand van de stad. Ik begon met een conversatiecursus Arabisch om de kennis van de taal weer op te vijzelen. Er was veel te doen rondom de oorlog in Gaza en ik bezocht met de mensen van Makan een aantal solidariteitsconcerten. 
Deze oorlog versterkte een dilemma dat ik had. Ik had nog vóór ik naar Amman ging aan een expositieruimte in Jaffa, Israël deelname aan een tentoonstelling in februari toegezegd. Al snel bleek dat de leiding van Makan dat afkeurde: men wilde op geen enkele manier met Israël geassocieerd worden omdat dat de naam van het kunstencentrum zou kunnen bezoedelen. Ook een kritisch werk als een spiegel in de vorm van Palestina 1948 kon de goedkeuring niet wegdragen. Het maakte niet uit WAT ik liet zien, maar DAT ik er iets zou laten zien: eerst moet 61 jaar onrecht rechtgezet worden. Ik had verwacht dat dit conflict in de kunstwereld minder gevoelig zou liggen: naïef dus. Ik heb de expositie in Jaffa afgeblazen.
In mijn research voor de solo in Makan hield ik me steeds meer bezig met begrippen als 'migration and memory' door de aanwezigheid van contemporaine geschiedenis in verhalen van mensen. Ik had veel mixen ontmoet: Syrisch-Marokkaanse, Palestijns-Libanese, Jordaans-Saoedische mensen. Verder is het, zoals gezegd, opvallend dat 70 à 90 procent (de schattingen lopen uiteen) van de Ammani van Palestijnse origine is, met families die in 1948 of 1967 gevlucht zijn. De oorlog in Irak maakt dat er sinds 2003 ook veel Iraki’s wonen. Anderen hadden hun vaderland verlaten voor werk: ik sprak met Egyptenaren (veelal werkzaam in de bouw of horeca) en Filippino's (uitsluitend vrouwen, werkzaam als domestic workers).
Naar aanleiding van het thema 'migration and memory' startte ik met het maken van werken voor de eindshow. Eén ervan is een video van een interventie in de publieke ruimte: ik transformeerde de woorden ‘NO MEMBER’ -die al twee jaar op een huis stonden- in ‘REMEMBER’. De kreet ‘NO MEMBER’ was een actie geweest van een andere kunstenaar en ik vond het tijd om die te veranderen. Op mijn artist talk halverwege de residence toonde ik de video van de actie. Die werd op applaus onthaald. Men was de negatieve en agressieve tekst in de publieke ruimte meer dan zat en kon zich vinden in de nieuwe, meer constructieve boodschap, die van historisch besef getuigt.
De koude temperaturen en de gebrekkige verwarming in Amman maakten dat ik een weekje Oman boekte. Ik ervoer het sultanaat Oman als een kruising tussen Arabian Nights, The Truman Show en Los Angeles: overal highways en mensen in (witte) auto’s, sprookjesachtige architectuur, paleizen en forten, mannen en vrouwen in traditionele kleding, beiden ruikend naar parfum. Het leek alsof geen Omani werkt met dank aan de olierijkdom van het land; het zijn Pakistaanse, Bengaalse of Indiase mensen die buiten de planten water geven en bedienden in huis zijn. Buiten de hoofdstad Mascat ontmoette ik, op de hoogste berg die Oman rijk is, een drietal twintigers van wie er twee nog nooit iemand hadden gesproken die niet in een goddelijke übercreator gelooft. Interessant.
In de derde maand werd het druk. Ik deed op verzoek van Makan een community based project en gaf een videoworkshop aan jongeren in een armere wijk, in East Amman, voor het project City One Minutes van het Sandberg Instituut. Dat is een serie portretten van steden in 24 minuten, waarbij elke minuut één uur van de dag representeert. 120 stedenportretten worden volgend jaar op de World Expo in Shanghai tentoongesteld.
Door de oorlog in Gaza was 'Palestina' meer dan normaal aanwezig in Amman. Ik beperkte het thema 'migration and memory' tot 'Palestina'. Om het cru te stellen: er was geen ontkomen aan. De titel werd 'There'. Toen heb ik een bezoek gebracht aan de Westbank en Israël. Ik besefte mijn uitverkoren positie: "I am sorry you can’t go there and I can". De Palestijnen in Jordanië kunnen er immers niet heen. 
Het was erg vreemd om na twee maanden Arabische wereld in Jeruzalem en Tel Aviv te lopen. In Tel Aviv aan de Mediterranée dacht ik "Natuurlijk wil je hier wonen! Wie wil dat niet?!?". Ik was duidelijk betrokken geraakt bij de ‘cause’ en spendeerde mijn geld liever in steden als Ramallah en Nablus in de Westbank dan in Israël. 
Terug in Amman vroegen wel vijf mensen me of het mooi was, Palestina. Ik kon niet anders dan eerlijk tegen ze zijn, met het risico pijnlijk confronterend te moeten zeggen: "Well, the landscape is beautiful, but there's a roadblock, wall, checkpoint or jewish settlement every ten minutes".
Voor de opbouw van de tentoonstelling in drie ruimtes van Makan had ik vier dagen. Het liep aardig volgens planning met de hulp van assistenten. In totaal had ik acht werken in de show:
-een lichtinstallatie van het woord HOUNEK (DAAR) op het dak;
-een lichtinstallatie van het woord HOUNE (HIER) op wielen binnen;
-T STANDS FOR ....., verzamelde handgeschreven verhalen over het thema ‘Palestina’ door mensen in Amman en Zarqa (de tweede stad in Jordanië);
-de video REMEMBER; 
-UNTITLED, een drieluik van de vorm van Palestina 1948;
-GEBOREN TUSSEN TWEE RAKETINSLAGEN DOOR, een origineel krantenartikel over Palestijnen uit De Volkskrant, 1988 en mijn Engelstalige remake ervan met nieuwe foto’s uit 2009;
-BLACK PAPER, een op het hoogtepunt van de oorlog in Gaza op straat gevonden miscopy van een krant, geheel zwart geprint;
-THE SHAPE IS ALL OVER, twee foto’s van vormen die lijken op Palestina.
Op de opening op zondag 22 februari was het druk. Niet alleen het netwerk van Makan was er, maar ook mijn buurvrouw, verkopers van de Palestine Juice Bar, een arts die ik had leren kennen tijdens het zwemmen in het Intercontinental Hotel etcetera. Ik had voor de opening het muziekgezelschap Sho hal Ayam uitgenodigd. Zij speelden op traditionele instrumenten als de ney, oud, en riq. De performer Rafiq Nasereddin en ik hielden een tekstperformance op de muziek. Die werd goed ontvangen. Ik kreeg verder een aantal ontwapenende reacties: "Dat jij als Westerling je expositie wijdt aan Palestina is heel lovenswaardig" en: "Touching".
In de laatste week van mijn verblijf heb ik nog een screening van de City One Minutes Amman georganiseerd. Alle makers, ook de jongeren aan wie ik de videoworkshop had gegeven, waren aanwezig met vrienden en familie. Het was volle bak, zodat we zelfs tweemaal de 24 minuten video over Amman draaiden.
En toen zat mijn werk erop! Ik verruilde Amman weer voor Nederland. Mijn werken volgden een maand later voor een tentoonstelling in het Amsterdamse Petersburg Project Space, waar ook werk te zien was van kunstenaars die ik tijdens mijn verblijf had leren kennen. De lichtinstallaties HOUNEK en HOUNE zijn eind oktober 2009 te zien bij de tentoonstelling Polderlicht in Amsterdam-Oost. Meer informatie www.sutomesen.nl.

Su Tomesen

Amsterdam, 28 juni 2009